Scope HWBP en fasering projecten

De programmadirectie en waterbeheerders hebben beide verantwoordelijkheden in de uitvoering van HWBP-projecten. Deze projecten verlopen volgens een vaste fasering.

Verantwoordelijkheden

De beheerder van een dijk, sluis of gemaal is verantwoordelijk voor het voorbereiden en uitvoeren van het HWBP-project en voor de kwaliteit hiervan.

Als vertegenwoordiger van de alliantie heeft de programmadirectie HWBP een regisserende, faciliterende en toetsende rol in de uitvoering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma.

De programmadirectie doet dit door:

  • Het verantwoorden over de voortgang van het programma
  • Het beoordelen (toetsen) van subsidieaanvragen
  • Het begeleiden van HWBP-projectteams van beheerders bij de bovenstaande processen
  • Het opstellen van de begroting en de jaarlijkse programmering
  • Het faciliteren van kennisontwikkeling en kennisdeling binnen de alliantie.

Als alliantie erkennen wij dat organisaties gemeenschappelijke én eigen taken en verantwoordelijkheden hebben. Hoe wij samenwerken hebben we vastgelegd in onze alliantieprincipes. Deze principes vormen de basis voor een succesvolle samenwerking binnen het HWBP.

De beoordeling van dijken en het beheer en onderhoud van dijken valt buiten de scope van het HWBP.

Resultaten

Werken volgens de alliantieprincipes leidt tot optimale samenwerking tussen beheerders en programmadirectie. Er is zowel aandacht voor de individuele projecten als voor het programma als geheel. Alleen op deze manier halen we het doel van het HWBP: alle primaire keringen voldoen in 2050 aan de waterveiligheidsnorm.

Fasering projecten

Alle projecten starten met een beoordeling van de veiligheidsopgave en met een ingangstoets. Vervolgens neemt de programmadirectie de projecten op in het programma van het HWBP. De beheerder voert de projecten uit. Om de beheersbaarheid van het programma te vergroten, werkt het HWBP met een systematiek die ontleend is aan de MIRT-werkwijze. Ieder HWBP-project doorloopt in principe 3 fasen: verkenning (en eventueel een voorverkenning), planuitwerkingsfase en realisatiefase.

Het proces 'Subsidievelening' loopt parallel aan de projectfasering; elke fase start met een subsidieaanvraag en eindigt met een subsidievaststelling. De processen 'Programmeren en begroten' en 'Rapporteren en verantwoorden' volgen niet de projectfasering. Deze processen kennen een jaarlijkse cyclus. Elk kwartaal verantwoorden projecten en het programma over de voortgang. We kijken daarbij ook naar de programmering.

1. (Voor)verkenning

In de verkenningsfase bekijkt een beheerder met alle betrokken partijen mogelijke alternatieven. De waterbeheerder selecteert kansrijke oplossingsrichtingen. Het projectteam van de waterbeheerder werkt deze kansrijke oplossingsrichtingen uit in overleg met belanghebbenden zoals provincies en gemeenten. Het eindproduct is een voorkeursalternatief (VKA).

Een verkenningsfase kan voorafgegaan worden door een voorverkenning. Bij het HWBP gebruiken wij de voorverkenningsfase bij projecten waar de scope van de veiligheidsopgave nog niet stabiel is. Het eindproduct van de voorverkenning is een stabiele veiligheidsopgave.

Bekijk de handreiking verkenning voor HWBP-projecten

2. Planuitwerking

Het voorkeursalternatief werkt een beheerder in de planuitwerkingsfase verder uit. Deze fase resulteert in een Projectplan Waterwet voor de definitieve variant.

Tijdens de planuitwerkingsfase vindt meestal de contractvoorbereiding en de aanbesteding plaats. Dit wisselt echter per project en hangt af van de gekozen contractvorm.

Bekijk de handreiking planuitwerking voor HWBP-projecten

3. Realisatiefase

Als laatste volgt de realisatiefase, waarin de aanbesteding en uitvoering van de werkzaamheden plaatsvinden, conform het vastgestelde Projectplan Waterwet.


> Naar de hoofdpagina 'Werkwijze'