Werkwijze ingangstoets programma HWBP

Binnen de alliantie HWBP gebruiken wij de ingangstoets om de stabiliteit van het programma te verhogen. Elk HWBP-project heeft een afgeronde beoordeling en een ingangstoets nodig om op het HWBP-programma te komen. Op deze pagina leggen wij de werkwijze uit.

Opbouw ingangstoets

De ingangstoets bestaat uit drie stappen:

De conclusies en aanbevelingen uit stap 2 kunnen door het project worden gebruikt voor nadere projectdefinitie, invulling van voorverkenning of opstellen plan van aanpak voor verkenningsfase.

Randvoorwaarden voor afname ingangstoets

Voor de ingangstoets hebben alle betrokken partijen informatie nodig over de versterkings- en omgevingsopgave. Deze leggen wij uit op de pagina ‘Ingangstoets HWBP programma’.

De versterkingsopgave is meer dan de veiligheidsopgave uit de beoordeling. In de handreiking trajectaanpak (Unie van Waterschappen) is aangegeven welke afwegingen van belang zijn voor een projectdefinitie. In de handreiking verkenning is aangegeven hoe de versterkings- en omgevingsopgave kunnen worden bepaald. Voor het bepalen van de projectdefinitie is het volgen van een trajectaanpak overigens niet verplicht.

Voor een succesvolle werksessie is meer informatie nodig dan een beoordelingsrapportage en lijst met omgevingsinitiatieven.

Wanneer doel van het versterkingsproject niet helder is (na startgesprek) of onvoldoende informatie beschikbaar is (na voorbereiding), kunnen de betrokken partijen ervoor kiezen om de ingangstoets af te breken of uit te stellen.

Verschillende vormen voor de ingangstoets

Ingangstoetsen zijn maatwerk en variëren per project. We maken onderscheid tussen type A, B of C ingangstoets. Het onderscheid zit met name in het aantal werksessies (respectievelijk 1, 2 of 3 werksessies) en of deze online/fysiek wordt uitgevoerd. Tijdens het startgesprek bepalen het expertteam en het waterschap voor welk type ingangstoets zij kiezen.

De ingangstoets kan ook parallel aan de projectdefinitie en trajectaanpak worden uitgevoerd. De inventarisatie van risico’s over versterkings- en omgevingsopgave vindt dan in een werksessie aan het begin van de projectdefinitie plaats. Tijdens deze sessie worden, op basis van resultaten uit beoordeling en een eerste inventarisatie van ontwikkelingen in de omgeving, door experts aanbevelingen gedaan over (extra) benodigde informatie voor projectscope. Wanneer deze informatie beschikbaar is, kunnen in een tweede sessie maatgevende scope risico’s uitgewerkt.

Er zijn drie elementen die in een werksessie aan de orde komen:

  • inventarisatie risico’s
  • analyse risico’s
  • oordeelsvorming

Deze elementen kunnen verspreid over meerdere werkateliers plaatsvinden en op verschillende manieren worden bediscussieerd (op locatie, online, schriftelijk). De discussies kunnen integraal of per discipline/expertise worden gevoerd.