“Het lijkt doodgewoon gras, maar het is een bijzondere habitat”

Kees de Lange en Peter Hesen werken aan het project Salmsteke Ontkiemt!, een combinatie van dijkversterking en herinrichting van de uiterwaard voor natuur en recreatie.

Rijkswaterstaat, Staatsbosbeheer, recreatieschap De Stichtse Groenlanden, provincie Utrecht en gemeente Lopik werken in Salmsteke Ontkiemt! al bijna tien jaar samen aan de herinrichting van een stuk uiterwaard langs de Lek. “Het waterschap sloot in 2017 aan voor de versterking van de dijk”, vertelt Peter. “Het ontwerp voor de uiterwaard was toen al best ver. Maar wij waren nog niet eens begonnen met de verkenningsfase. Toen trokken we een sprint om aan te haken.”

Vissen en steltlopers

Rijkswaterstaat, provincie Utrecht en Staatsbosbeheer vonden dat een nevengeul goed past bij dit deel van de Lek. Het bood het recreatieschap de mogelijkheid van een zwemplas met strandje. “Die nieuwe geul stroomt parallel aan de rivier door de uiterwaarde”, aldus Kees. “Dat biedt ook allerlei voordelen voor de natuur. Steltlopers en riviervissen als de kopvoorn en de sneep doen het daar bijvoorbeeld goed.” Peter: “Rijkswaterstaat wilde die geul graag omdat het de waterkwaliteit en de doorstroming ten goede komt.” Zo lukt het wel vaker om maatregelen voor dijkversterking te combineren met wensen van de andere partijen. “Het waterschap wil bijvoorbeeld graag bloemrijke dijken”, vertelt Kees. “Die zijn erosiebestendiger. En de biodiversiteit die bloemen bieden sluit ook goed aan op de natuur in de uiterwaarde. Zo kun je elkaar versterken.”

In de uiterwaarde heeft Staatsbosbeheer maar een klein deel van de grond in bezit. “Toch was het een heel interessant project voor ons”, vertelt Kees. “De aanwezigheid van een middeleeuwse rivierduin met de natuurlijke dynamiek van de getijdenrivier zorgt voor een bijzonder natuurgebied. Stroomdalgrasland, noemen we dat. Dat is zandige grond langs een rivier, met veel bijzondere plantensoorten en grassen. We moeten dus extra zuinig zijn op deze plekken, ook in andere dijkversterkingstrajecten langs de Lek. Wat we hier leren, passen we daar straks toe.”

Vergroot afbeelding Twee collega's van de alliantie HWBP
Kees de Lange (links) Provinciaal Accountmanager Utrecht Staatsbosbeheer en Peter Hesen (rechts) Projectmanager Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

Doodgewoon gras

Wat waren de belangrijkste lessen? “Terugkijkend zie ik dat er vooral aandacht was voor de natte natuur”, aldus Kees. “Het drogere landschap vraagt ook om aandacht. Dat is in dit project ondergesneeuwd geraakt. Een vervelende les voor ons, want nu moeten we dat in een apart traject herstellen. Voor de toekomst weten we nu: de uiterwaarden moet je als geheel aanpakken. De natte én de droge natuur. Daarnaast was de aannemer zich soms niet voldoende bewust van de kwetsbaarheid van de natuur. De vegetatie in de uiterwaard ziet er misschien uit als doodgewoon gras, maar het is een bijzondere habitat. Het verdichtende effect van zware machines op de ondergrond maakt natuurontwikkeling op sommige plekken moeilijker. Ook een aannemer kan dus nog het nodige leren over goed omgaan met plaatselijke natuurwaarden. Daar zou je bijvoorbeeld gespecialiseerde mensen voor kunnen aantrekken.” Peter: “Uiteindelijk heeft de aannemer een mooie nevengeul opgeleverd. Bovendien is door de inzet van machines op waterstof en stroom ook nog aanzienlijk minder CO2 en stikstof uitgestoten. Daar zijn we als waterschap trots op.”

“Voor de toekomst weten we nu: de uiterwaarden moet je als geheel aanpakken”