Vermeden kosten & subsidie

Een rivierverruimingsmaatregel, slimme combinatie of een systeemmatregel kan leiden tot een kleinere versterkingsopgave. Daardoor kan een deel van kosten voor dijkversterking worden vermeden. Deze vermeden kosten kunnen ingezet worden ten bate van de maatregel die zorgt voor de verkleining van de opgave. Dit noemen wij de uitwisselingsbijdrage.

Hieronder beschrijven wij hoe de uitwisseling van budget plaatsvindt naar andere begrotingsregels, voor projecten die mede door het rijk worden gefinancierd. Deze uitwisseling naar een ander deel van de rijksbegroting wordt vastgelegd na de vaststelling van het voorkeursalternatief van de rivierverruimende of systeemmaatregel en apart gezet op het HWBP-programma. De uitwisseling vindt plaats via budgetoverheveling naar een ander artikel binnen het Deltafonds.

Juridische basis

De uitwisseling van budget vanuit de dijkrekening naar projecten die bijdragen aan de waterveiligheid en leiden tot kostenreductie van de dijkversterkingen is expliciet vastgelegd binnen de Waterwet en de subsidieregelgeving rondom het HWBP. In 2014 is tussen Rijk en de waterschappen afgesproken dat de kostenbesparingen (‘vermeden kosten’) voor de dijkversterking, als gevolg van rivierverruimingsmaatregelen, aangewend kunnen worden voor de bekostiging van de betreffende rivierverruimingsmaatregel of slimme combinatie. Deze afspraak is per 1 januari 2017 wettelijk geborgd in Artikel 7.24 van de Waterwet.

Let op: andere maatregelen dan dijkversterking kunnen leiden tot een noodzakelijke aanpassing van de waterwet. In de memo werkwijze “HWBP financiering slimme maatregelen” is aangegeven in welke situaties dit van toepassing is.

Kader

De notitie Eindadvies verkenning ’Financiële uitwisseling tussen dijkversterking en rivierverruiming’ (juli 2019)  is de basis waarop de programmadirectie HWBP het proces tot vaststelling van de hoogte van de uitwisselingsbijdrage heeft ingericht. Het eindadvies is tot stand gekomen in samenwerking met verschillende partijen binnen de alliantie en in juli 2019 vastgesteld door het programmabestuur en het financiersoverleg.  Omdat in de praktijk ook andere maatregelen dan rivierverruiming kunnen leiden tot besparingen op dijkversterkingskosten is een aanvullend besluit over uitwisselingsbijdragen genomen in het programmabestuur van 22 september 2022. De memo Werkwijze “HWBP financiering slimme maatregelen" is daar de basis voor. Daarmee wordt meer recht gedaan aan de mogelijkheden die de waterwet biedt. In deze laatste memo is een nadere invulling op de bestaande werkwijze uitgewerkt, een en ander in lijn met de afspraken uit het financieel eindadvies. De volgende onderdelen zijn aanvullend c.q. anders dan de werkwijze vermeden kosten rivierverruiming:
-  zorgdragen voor vergelijkbaar beschermingsniveau (aanvullend);
-  procedure aanpassing Waterwet (aanvullend);
-  wijze van onderbouwing kostenbijdrage (anders).

 Tevens is ter verduidelijking de algemene redeneerlijn voor vermeden kosten dijkversterking door slimme maatregelen nader uitgeschreven.

Toepassing

De uitwisselingsmogelijkheid is van toepassing op maatregelen die als effect hebben dat daarmee de dijkversterkingsopgave wordt verkleind. Dat betekent dat naast rivierverruiming, ook andere slimme combinaties of systeemmaatregelen in aanmerking komen voor een dergelijke uitwisseling.

Wijze van onderbouwing vermeden kosten

Rivierverruiming
Voor de wijze van het berekenen van de hoogte van de vermeden kosten dijkversterking door rivierverruiming wordt het instrument Opgave en Kosten Analyse Dijken En Rivierverruiming (OKADER) van RWS-WVL toegepast voor het berekenen van de hoogte van de vermeden kosten.

Op basis van het beoogde voorkeursalternatief van een rivierverruimingsproject worden de definitieve vermeden kosten bepaald. Daarmee kan een bijdrage worden geleverd aan het voldoen aan de eis om bij de start van de MIRT-planuitwerkingen voor het betreffende rivierverruimingsproject 100% financiële dekking van de geraamde kosten te  hebben.

Slimme combinaties of systeemmaatregelen
De referentie is het huidige normtraject en de sobere en doelmatige maatregel die nodig zou zijn geweest om de bestaande kering weer aan de norm te laten voldoen. Dit had kosten met zich meegebracht, waarvoor door het waterschap subsidie kon worden aangevraagd bij het HWBP.
Voor de uitwerking van de kosten is het nodig dat het referentie ontwerp tot een redelijk niveau worden uitgewerkt, waarbij ook de belangrijkste uitvoeringsrisico´s in beeld worden gebracht en geraamd. Denk bv. aan vervuilde grond of hergebruik van materialen. De raming wordt uitgewerkt op basis van een (voor)ontwerp met een onzekerheidsmarge van de kostenraming van maximaal 25%.

Het referentieontwerp hoeft daarmee niet te worden uitgewerkt tot een te gedetailleerd niveau (= alleen ten behoeve van de bijdrage) en is passend bij het doel van de verkenning en de beslissing van het voorkeursalternatief. Net zoals bij vermeden kosten rivierverruiming worden op basis van het (beoogde) voorkeursalternatief de definitieve vermeden kosten bepaald.

De HWBP-bijdrage is gebaseerd op de geraamde kosten voor het referentie ontwerp. Indien de geraamde kosten van de te realiseren maatregel lager zijn dan het referentie-ontwerp, is dat de basis voor de bijdrage. De raming van de kosten vindt plaats conform de Standaardsystematiek Kostenramingen (SSK), een en ander conform de vereisten vanuit de subsidieregeling.

Aandachtspunten voor initiatiefnemers en waterschappen

  • Aanvraag vindt plaats via het waterschap, als beheerder van de dijk waarvoor de opgave wordt verkleind.
  • Een compacte inhoudelijke review vormt onderdeel van het proces van het vaststellen van de vermeden kosten dijkversterking door rivierverruiming. Doel hiervan is dat kering- en rivierbeheerders en specialisten de wijze van berekenen en de uitkomsten beoordelen op realisme en uniformiteit.
  • Vastlegging vindt plaatst als verzoek tot mutatie van het betreffende dijkproject op het HWBP-programma. De programmeringscyclus bepaalt daarmee de wijze en timing van vastlegging;
  • Alleen mogelijk voor reeds geprogrammeerde dijkversterkingsprojecten;
  • De programmadirectie van het HWBP zorgt alleen voor de review en financiële overheveling; betrokken bestuurlijke partijen leggen de budget- en resultaatsafspraken (taakstelling rivierverruiming) veelal vast in een Bestuursovereenkomst (waterschap-provincie-Rijk-gemeente).
  • Uitbetaling van de vermeden kosten dijkversterking vanuit de dijkrekening vindt niet plaats via een HWBP-subsidie, maar conform de afspraken die vanuit directoraat-generaal Water en Bodem hierover met de initiatiefnemer gemaakt worden.
  • De vermeden kosten komen beschikbaar in het eerste jaar van realisatie (conform de HWBP-programmering) van het dijkversterkingsproject, waarop de maatregel van invloed is, voor zover er ruimte is op het programma.
  • De vermeden kosten die worden uitgewisseld betreffen alleen de bedragen op de dijkrekening, dus het 90% deel. Over een uitwisseling van de vermeden kosten die tot de 10% eigen bijdrage van het waterschap behoren zegt de wet niets. Het waterschap kan hier zelf afspraken over maken met de initiatiefnemer.

Wijze van toetsing vermeden kosten

De programmadirectie HWBP toetst de vermeden kosten waarbij wordt beoordeeld of de aanvraag past binnen de kaders van het Eindadvies. Doel van de toets is te beoordelen of het door het waterschap voorgestelde bedrag rechtmatig kan worden uitgewisseld. De programmadirectie HWBP heeft geen rol in het toetsen van de totstandkoming van het VKA voor de rivierverruimende of systeemmaatregel.

Proces rond programmering

In de adernota is aangegeven hoe de uitwisseling in de programmering zijn beslag krijgt. De uitwisselingsbijdrage wordt als apart en zelfstandig onderdeel zichtbaar gemaakt op het HWBP-programma. Daarmee wordt inzichtelijk dat met rivierverruiming of andere slimme combinaties een deel van de waterveiligheidsopgave wordt gerealiseerd. Tevens wordt zo inzichtelijk welke vermeden kosten er mee gemoeid zijn en hoe deze in de programmering verwerkt zijn.

Het Programmabestuur HWBP neemt door middel van vaststelling van het HWBP-programma uiteindelijk een besluit, dat vervolgens door de minister van Infrastructuur & Waterstaat door middel van de begrotingsbehandeling van het Deltaprogramma definitief wordt vastgelegd. Dat betekent in de jaarcyclus van programmering dat de waterbeheerders uiterlijk voor 1 oktober inzicht moeten hebben gegeven in de hoogte van de uitwisselingsbijdrage. Op dat moment kan die uitwisselingsbijdrage nog geprogrammeerd worden.

In het ontwerpprogramma HWBP is  een apart onderdeel toegevoegd waarin de vermeden kosten dijkversterking zijn geprogrammeerd.In komende jaren kunnen in het kader van het programma Integraal Riviermanagement (IRM) nieuwe rivierverruimingen worden geprogrammeerd met invloed op de waterveiligheidsopgave binnen het HWBP.