We zijn ‘als één’

Van uitvoeringskracht naar alliantiekracht. Die beweging is volgens de HWBP- bestuursvoorzitters Patricia Zorko en Jeroen Haan cruciaal om Nederland in 2050 te kunnen beschermen tegen hoogwater. Een gesprek over de geleerde lessen en toekomstige koers van het Hoogwaterbeschermingsprogramma in tien werkwoorden.

Beiden zitten nog relatief kort in het programma-bestuur. Jeroen (dijkgraaf van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden) trad in januari 2022 aan als portefeuillehouder waterveiligheid bij de Unie van Waterschappen. “Je wordt daarmee automatisch bestuurder van het HWBP. Een mooie en logische combinatie omdat beleid en uitvoering gewoon bij elkaar horen.” Patricia is vanaf mei 2023 aan boord. In eerste instantie tijdelijk toen ze Michèle Blom opvolgde als waarnemend directeur-generaal van Rijkswaterstaat, maar ze wil het dossier graag vasthouden. “Want ik vind het HWBP een van de relevantste programma’s van ons land. Heel mooi ook dat we het samen doen, Rijkswaterstaat en de waterschappen. We zijn ‘als één’. Rijkswaterschapstaat, zo noemen we de alliantie soms gekscherend.”

Voortbouwen

Wat troffen ze aan? Jeroen: “Het klinkt cliché, maar ik kon voortbouwen op de schouders van onze voorgangers. De programmadirectie die veel heeft neergezet zoals een innovatieaanpak, de Dijkwerkersdag, Dijkwerkers on Tour, Communities of Practice, de begeleidingsaanpak... En alle dijkwerkers – de laarzen en de hesjes – die het hart van het programma vormen, die volop uitvoeren en kennis uitwisselen. Dat fundament stond allemaal al als een huis.” Patricia herinnert zich vooral de woelige tijd in 2023, met een demissionair kabinet en het gesprek met minister Harbers en alle bestuurders over het opvoeren van het tempo en het versterken van het alliantiegevoel. “De vraag die toen op tafel lag was: hoe gaan we dat doen? Dat is nog steeds een uitdaging, want het is geen kwestie van ‘even wat meer gas geven’.”

Innoveren

De voorzitters beschrijven wat tien jaar HWBP heeft opgeleverd. Jeroen: “Nederland in 2050 beschermen tegen hoogwater is een belofte die wij doen aan de samenleving. Een belofte waarvoor de alliantie en het programmabestuur een gezamenlijke verantwoordelijkheid voelen. En het knappe is dat we de afgelopen tien jaar met vallen en opstaan een soort projecten- en een subsidiemachine hebben ontworpen, waarin die gezamenlijke verantwoordelijkheid is omgezet in uitvoeringskracht. Ondertussen verandert de samenleving steeds sneller en geven politiek en bestuur steeds andere richtingen en accenten. Tóch gaat het programma door, we passen ons steeds weer aan. Daar mogen we trots op zijn.” Patricia beaamt dit en is verder lovend over de innovaties om slimmer, duurzamer en sneller te versterken. “Technische innovaties zoals kunststoffen in plaats van stalen damwanden. Maar ook andere samenwerkingsvormen, zoals het innovatiepartnerschap. Of de tweefasenaanpak voor de dijkversterking Wolferen - Sprok, die hierdoor sneller kon worden opgeleverd. Een project dat trouwens ook koploper is in emissieloos versterken.”

Koesteren

Wat heeft hen verrast? Patricia noemt de trots en passie voor het ambacht bij de aannemers, zoals de betonvlechters en de vaklieden die basaltblokken plaatsen. “Dat is nog echt handwerk.” Wat Jeroen heeft verrast, is dat we in 2021 voor het eerst zowel in de zomer als in de winter hoogwatergolven hebben gehad. “We merken nu dus al de gevolgen van het extremere weer, ook in het programma.” Hij noemt als voorbeeld een dijk binnen zijn waterschap die onder constructie was en dus tijdelijk geen bekleding had. “Toen met kerst de hoogwatergolf kwam, moesten we deze beschermen.” De operatie was wel weer illustratief voor de passie. “We deden een oproep en binnen twee uur kwamen er uit alle hoeken en gaten wel dertig mensen om samen de dijk te bekrammen. Die verantwoordelijkheid zit in ons DNA. Iedereen wil bijdragen, dat vind ik echt fantastisch en deze passie voor het vakmanschap moeten we koesteren.”

“Rijkswaterschapstaat, zo noemen we de alliantie soms gekscherend”

Verbeteren

Veel om trots op te zijn dus. Tegelijkertijd is het zaak om ook kritisch te kijken naar wat anders moet en beter kan, zo benadrukken de programmabestuurders. Dat is nodig om de uitdagingen aan te kunnen: een grotere opgave, hogere kosten en het tempo dat omhoog moet om ons programmadoel in 2050 te halen. Jeroen: “De HWBP-projecten zijn voor bijna alle waterschappen de grootste projecten die ze ooit gedaan hebben. Dat is echt een andere league waarin het spel gespeeld moet worden. Daarin hebben de waterschappen al een hele professionaliseringsslag doorgemaakt met bijvoorbeeld integraal projectmanagement, maar er moet nog een tandje bij.”

Wat ook speelt, is dat een deel van het budget niet wordt uitgegeven, oftewel onderuitputting. Dat komt omdat voor sommige projecten de planning vertraagt. De toegekende subsidies zijn later wel nodig, dus dat geld moet wel beschik- baar blijven. Daarnaast is er op de middellange termijn meer geld nodig voor de uitvoering van de projecten die dan geprogrammeerd zijn. Patricia: “Dan is het logisch dat we eerst moeten laten zien dat we versnellen, door nog meer projecten te realiseren. Eigenlijk moeten we over budget gaan, dan bewijzen we dat we meer geld nodig hebben.”

Grip krijgen op de kilometers en kosten is niet eenvoudig. Jeroen: “Ooit is grof berekend wat de kosten per kilometer dijkversterking zijn. Maar dit kengetal is ons eigenlijk gaan tegenwerken, want het houdt te weinig rekening met de locatie, de te gebruiken technieken, de omgeving, de ontwikkelingen in de brandstof- en materiaalkosten of de stikstofproblematiek. Hoeveel groter de opgave precies wordt, is nog niet te zeggen: er is een grote bandbreedte. Veel factoren kunnen we niet beïnvloeden. Belangrijk is dat we als alliantie kijken waar we wél invloed op hebben en hoe we daarop kunnen versnellen.”

Hiervoor is onlangs het ‘Actieplan toekomstgericht HWBP’ gestart. Het bevat maatregelen om de uitdagingen zoals de mogelijk grotere opgave, tempoverhoging en hogere kosten aan te gaan.

Solidair verdelen

Onder het kostenaspect schuilt ook nog een heel verdelingsvraagstuk op basis van solidariteit, brengt Patricia ter sprake. “We zijn een alliantie, het Rijk en de waterschappen betalen ieder 50%. Maar voor de waterschappen is het ongelijke monniken, ongelijke kappen. Sommige hebben veel meer en grotere projecten dan andere. We kunnen niet zomaar zeggen: we gaan nog een keer met de pet rond en u moet allemaal weer even bijstorten. Dit vraagt om een solidaire verdeling.”

Flexibel programmeren

Ook de projecten vragen om een solidaire verdeling. Wie is wanneer aan de beurt? Jeroen: “We hebben destijds geprobeerd om objectief te prioriteren op basis van de afstand tot de veiligheidsnorm. Dan is er geen discussie wie wanneer aan de beurt is en hoe noodzakelijk het is. Dat was toen een ontzettend goed idee, maar nu is een andere aanpak nodig. We moeten er rekening mee houden dat het ene project moet versnellen en het andere juist kan wachten. Zo kan een gebiedsontwikkeling erom vragen dat een geplande dijkversterking wordt vervroegd of vertraagd. Die flexibiliteit in de uitvoering en de programmering wil je inbouwen. En dit vraagt om een gezamenlijke programmasturing, in plaats van sturing op de som der projecten. Passend bij het volgende volwassenheidsniveau van het HWBP.”

Meer uniformeren

Wat samen sturen volgens Jeroen in de praktijk vooral betekent, is dat je elkaar de helpende hand reikt. “Kennis uitwisselen, de ander verder helpen. Maar soms moeten we ook gewoon zeggen: wat hier bedacht en uitgevonden is, gaan we kopiëren of zelfs voorschrijven. Dus ook meer uniformeren.” Patricia: “Verleiden en dwingen noem ik dat.” Als voorbeeld van verleiden noemt ze de Innovatieversneller, waarmee je het gebruik van een innovatie aantrekkelijk en toegankelijk maakt. En het ‘dwingen’ doet Rijkswaterstaat bijvoorbeeld door intern vaker de portfolio-aanpak voor te schrijven, waarbij je projecten bundelt in één contract. “Dat geeft aannemers een continue opdrachtenstroom, wat ook nodig is om de kennis in Nederland op peil te houden. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft deze methode ook al toegepast voor de aanpak van de kunstwerken.”

Vergroot afbeelding Patricia Zorko en Jeroen Haan
Patricia Zorko en Jeroen Haan

Samen voordeel trekken

Ondertussen begrijpen Patricia en Jeroen ook de terughoudendheid van de waterschappen bij uniformeren. Jeroen: “Het is soms ingewikkeld om iets te doen wat goed is voor het programma, maar waar jouw project juist last van heeft.” Patricia: “Wat vaak speelt is de vraag: kom ik niet tekort? Of het gevoel: dan is het niet meer mijn project en ben ik afhankelijk van anderen.”

“Dit is een zoektocht”, beaamt Jeroen. “Tegelijkertijd proeven we in onze alliantiegesprekken steeds meer bereidheid tot gezamenlijkheid. Want als je het programma goed inregelt, dan geeft dat ook voordelen. Bijvoorbeeld omdat je de uitvoering beter kunt plannen. Of omdat je de kwetsbaarheden en risico’s deels op programmaniveau deelt. En als het efficiënter kan, en uiteindelijk ook de solidariteitsbijdrage omlaag kan, dan is dat voor bijna alle waterschappen voordeliger dan een hogere kostenpost op projectniveau.”

Clubgevoel kweken

Dit alles vraagt om een sterk alliantiegevoel. Van uitvoeringskracht naar alliantiekracht, zo laat de beweging die nodig is voor de volgende fase van het HWBP zich goed samenvatten. Patricia: “We zijn met elkaar de dijkwerkers van Nederland. Die community is heel goed gegroeid. Maar nu is het belangrijk dat we kennis nog breder delen en deels ook opleggen.” “Clubgevoel kweken betekent ook dat we meer samenwerken op basis van dezelfde informatie, taal en verantwoordelijkheid”, vult Jeroen aan. “Dat vraagt bijvoorbeeld ook om verdere uitwerking van de gezamenlijke opleiding: de Academie voor waterveiligheid. En dat we als sector investeren in aantrekkelijk werkgeverschap, bijvoorbeeld door carrièrepaden te ontwikkelen. Hier denken we ook over na.”

“Soms moeten we ook gewoon zeggen: wat hier bedacht is, gaan we kopiëren of zelfs voorschrijven”

Samen naar voren stappen

“Dus we gaan nu echt de stap naar voren zetten”, zo vat Patricia samen. “Als bestuur en als programmadirectie, in de hoop en de verwachting dat iedereen meestapt. Er moet nu draagvlak zijn om te zeggen: we doen het samen óf je moet echt heel goed kunnen uitleggen waarom je het alleen of anders doet.” Comply or explain dus. Een aanpak die al langere tijd wordt genoemd, maar nu praktijk moet worden. Jeroen: “Dat hoort ook bij vakmanschap. Dat je onderling vergelijkt, dat je kritische collegiale toetsingen hebt: dat je jezelf en elkaar blijft uitdagen. Dat je met protocollen en standaarden werkt, en toelicht wanneer je daarvan afwijkt. En als je vindt dat de protocollen moeten worden aangepast, dan doen we dat samen en niet alleen.”