Een kijkje van buiten naar binnen: waarom innoveren lastig is en hoe het tóch lukt

Dijken zijn van levensbelang. Dit vergroot het spanningsveld tussen op safe spelen en iets nieuws durven proberen. Hoe krijg je innovatie bij het HWBP dan naar een hoger plan? Twee externe deskundigen geven hun visie.

[Leestijd: 10 minuten]

Het HWBP staat voor de opgave om 2.000 kilometer dijken toekomstbestendig te maken. Daarbij zijn we ons ervan bewust dat we moeten innoveren om te kunnen versnellen en de kosten beheersbaar te houden. Hoe kijken jullie daarnaar?

Vergroot afbeelding portret Mirjam Kreijns
Marjan Kreijns is projectdirecteur van het VPdeltaprogramma voor innovaties in de watersector en directeur van The Green Village, de proeftuin voor duurzame innovatie op de TU Delft Campus.

Marjan Kreijns: “Het belang van innovatie is groter dan ooit. Niet alleen vanwege de snelheid en de kosten, maar ook omdat de omstandigheden veranderen. In Nederland hebben we bijvoorbeeld nooit met hittestress te maken gehad, of met échte droogteproblematiek.

Daardoor komen er totaal andere uitdagingen op ons bord te liggen rondom onderwerpen waar zelfs op de universiteit nog niemand veel van weet. En die ook raken aan hoogwaterbescherming. Zo kijken we nu naar scheuren in veendijken door droogte: moet je die nat houden, of anders gaan maaien? We doen intensiever onderzoek naar waterbuffering.

En we bestuderen bijvoorbeeld wat er gebeurt als er water langdurig tegen huizen aan staat, zoals bij de overstromingen in Limburg, België en Duitsland in 2021. Krijg je dan barsten in de muren? Of kun je niet beter de voordeur openzetten in plaats van het water zo lang mogelijk tegenhouden? Er komt zo veel op ons af; we móéten wel innoveren.

Vergroot afbeelding portret Piet Dircke
Piet Dircke is Global Director Climate Adaptation bij Arcadis.

”Piet Dircke: “Ja, en het moet nog snel ook, want de schrik slaat je om het hart als je het nieuws volgt. Klimaatverandering gebeurt overal om ons heen, daar is geen discussie meer over. Het doel van innoveren zie ik wel verschuiven. De discussies in de Verenigde Staten illustreren dit mooi. Bijvoorbeeld bij projecten van het Army Corps, het Rijkswaterstaat van de Amerikaanse overheid dat zich onder meer bezighoudt met de bouw van dammen, dijken en kustbescherming.

In het begin ging het met name om snel en goedkoop technische oplossingen toepassen. In de praktijk leidde dat vooral tot innovaties in betonnen vloedkeringen, want die kwamen steeds als beste uit de kosten-batenanalyse waarmee alle projecten beoordeeld werden. Maar het besef groeide dat er meer duurzame en dus ook nature-based solutions nodig zijn.

Zo werd natuurwaarde en duurzaamheid onderdeel van de afweging. Vervolgens ontstond discussie over klimaatongelijkheid – de baten vallen immers automatisch hoger uit waar dure huizen staan – en wordt nu bekeken hoe de weging verder aangepast kan worden om ook achtergestelde gemeenschappen te bedienen. Zo wordt er steeds integraler naar innovatievraagstukken gekeken, ook hier. Inmiddels zitten we in de Verenigde Staten alweer in de volgende fase, waarin the battle for talent een drijvende kracht wordt. Want ook daar is een nijpend tekort aan personeel.

“Innovatie kan ook zitten in het proces, in hoe je bewoners erbij betrekt, in de samenwerking.”

”Op welke manier jagen de arbeidsmarktvraagstukken innovaties aan?

Piet: “Als middel om jezelf te profileren als aantrekkelijke werkgever. Het helpt om te kunnen zeggen: ‘Bij ons verdien je niet alleen een goed salaris met interessant werk, maar je maakt ook nog positieve impact. Want wat wij doen, draagt bij aan een toekomstbestendige samenleving. Het doet ertoe.’

”Marjan: “Innovatie kan de personeelstekorten ook deels opvangen. Wij onderzoeken bijvoorbeeld met een aantal waterschappen of we dijken kunnen inspecteren met beeldherkenning. We hebben gewoon niet meer al die dijkwachters die met prikstokken over de dijken lopen. Maar in droge periodes die we steeds vaker zien, is het cruciaal om de situatie in gaten te houden.

Daarom testen we automatische beeldherkenning: kunnen we aan de gewassen en met algoritmes zien waar waarschijnlijk zwakke plekken zitten? En dan ga je dáárheen.

In Delft noemen we dat the future of work: waarbij we met sleuteltechnieken zoals Artificial Intelligence en robotica het primaire proces verbeteren, in welke sector ook. Om het slimmer te doen, met minder mensen.”

Innovatie is hard nodig en iedereen is vóór. Er wordt in de waterwereld veel ontwikkeld en vanuit het HWBP dragen we daar graag aan bij, onder andere door budget beschikbaar te stellen. Toch blijft opschaling een uitdaging. Hoe kom je nou tot succesvolle toepassing van innovaties in de praktijk?

Piet: “Laten we wel wezen, er wordt in elk project, elke dag weer geïnnoveerd. Bijvoorbeeld door technologieën die hun waarde in de praktijk bewezen hebben op nieuwe manieren toe te passen, te combineren, met elkaar te verweven of sneller, goedkoper of met andere materialen uit te voeren.

Innovatie verloopt vaak incrementeel. En het beperkt zich ook niet tot technische oplossingen: innovatie kan ook zitten in het proces, in hoe je bewoners erbij betrekt, in de samenwerking. Ook kunnen omwonenden zelf juist de aanjagers van innovaties zijn, bijvoorbeeld door lobbyen voor zelfsluitende keringen, om een beschermd dorpsgezicht te beschermen. Dat neemt niet weg dat opdrachtgevers bij aanbestedingen vaak de eis stellen van proven practice. Dat kan een rem zijn op het bedenken en toepassen van iets volledig nieuws.

”Marjan: “Daarom is het zo belangrijk om echt nieuwe vindingen door en door te testen vóór de marktintroductie. Met start-ups en scale-ups die wij begeleiden, zoeken we altijd naar een soort hink-stap-sprong. Je begint in een lab. Van daaruit ga je in een proefomgeving de innovatie langdurig testen. Het liefst over vier seizoenen en helemaal vol sensors. Zodat je kunt meten: wat doet het echt?

Wij doen dat in onze field labs met een hele groep studenten en promovendi. Gaat dat goed, dan ben je toe aan een pilot. Dan zoeken we een plek om de innovatie bijvoorbeeld bij een waterschap op werkelijke schaal in de openbare ruimte uit te proberen. Als dat dan ook nog lukt, is de kans op marktintroductie veel groter. Maar juist die tussenstappen zijn cruciaal. Want als je in één klap vanuit je schuurtje een pilot ingaat, hoeft er maar íets mis te gaan en je product heeft geen kans meer. Dan kan je niet meer terug.

En bij hoogwaterbescherming kun je je al helemaal niet veroorloven dat er iets misgaat, want die noodmaatregelen heb je heel af en toe nodig. Dan moet je erop kunnen vertrouwen. Al dat testen draagt bij aan de bewijslast.

"Voor het HWBP is het de kunst om enerzijds de veiligheid te waarborgen en anderzijds toch ook kansen op innovatie te benutten."

Als je al die stappen hebt doorlopen, wat maakt de implementatie dan toch nog lastig?

Marjan: “Na zo’n pilot moet je met heel veel partijen om de tafel. Toen ik begon als directeur van The Green Village, dacht ik: wij gaan dat varkentje wel even wassen, wij hebben zo veel goede oplossingen voor klimaatadaptatie! Maar uiteindelijk is die technische kant maar een klein stukje van de puzzel.

Juist de acceptatie van bewoners, van professionals, van organisaties, maar ook het hele juridische kader, de wet- en regelgeving maken het proces zo complex. Dat zijn eigenlijk grotere barrières. We merken bovendien dat de aarzeling vaak blijft, ondanks alle bewijs dat iets werkt. Bijvoorbeeld rondom het monitoren van dijken.

Wij hebben een hele proefpolder op het randje van de campus waar we al jaren testen met glasvezel, met sensoren, met bezwijkproeven. De dijk hebben we al zes keer opgebouwd met allerlei materialen. Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) kijkt mee, Rijkswaterstaat kijkt mee. Er is al veel bewijslast dat het goed functioneert. Het wordt steeds goedkoper en makkelijker uit te voeren. Toch horen we elke keer dezelfde tegenwerpingen terug: je stopt iets in de dijk, vergroot dat niet de kwetsbaarheid? Is het niet heel duur? Is wat je meet dan ook wat je wil weten? Zijn de meetgegevens voldoende betrouwbaar?”

Piet: “Dat is precies het risicomijdende gedrag waar je doorheen moet breken als je innovatief wilt zijn. Want zo blijven geweldige innovatiekansen liggen. Voor het HWBP is het de kunst om enerzijds de veiligheid te waarborgen en anderzijds toch ook kansen op innovatie te benutten. Dat is een moeilijke balans, want hoogwaterbescherming gaat uiteindelijk over het voorkomen van risico’s.Wat heb je dan te winnen met een avontuur waar allerlei vragen bij te stellen zijn? Daardoor is innovatie al bijna iets tegennatuurlijks. Voor innovatieve bedrijven is de bonus dat er competitie is. Die moeten knokken voor hun kansen en mogelijkheden om te innoveren, want als ze dat niet doen, gaan ze eraan. En doen ze het wel en ze zijn succesvol, dan zijn ze spekkoper.”

Hoe doorbreek je die barrières?

Piet: “Die prikkel kun je vervangen. Door óf een glasheldere succescase te tonen, óf een ramp om de oren te krijgen zodat je wel wat móét doen, óf door een uitzonderlijk leiderstype. Een pionier die mensen weet te overtuigen, al is het nog niet helemaal duidelijk wat iets precies moet gaan worden. Want dat is natuurlijk het punt: je kunt niet helemaal doorgronden wat het wordt. Ja, als je nou een chip in een dijk doet, dan misschien wel. Maar daar moet je dus doorheen durven. Wil je echt stappen voorwaarts maken in innovatie, dan moet je afstappen van alleen maar risicodenken en ook kijken naar de kansen.”

Marjan: “Zeker, innovatie vraagt om lef. Dat valt of staat met mensen. Het helpt ook om partijen goed te betrekken bij het ontwikkelproces. Zoals een afdeling Beheer en onderhoud. Zodat je het samen kunt oplossen als er een tegenvaller is doordat het beheer bijvoorbeeld duurder wordt. Hetzelfde geldt voor de omgeving: besteed aandacht aan communicatie en neem mensen mee in het ontwikkeltraject. Zodat ze zien: we kunnen komen kijken, we zien hoe het werkt, het is niet eng.

Verder leiden de rampen die zich voordoen zelf ook tot versnelde toepassing van innovatie. Zo leuren wij al jaren met tijdelijke keringen. Daar hebben we ontzettend goede oplossingen voor die overal verkocht worden, behalve in Nederland. Maar na de overstromingen in Limburg hebben wij een grote test gedaan in de Hedwigepolder met keringen uit onze proeftuin Flood Proof Holland en daarna in Roermond. En nu zitten ze daadwerkelijk in een aanbestedingsprocedure. We zien dus dat partijen opeens geïnteresseerd zijn in andersoortige producten waar ze eerder nooit voor open stonden. De schades waren gewoon te groot. Soms heb je dat dan blijkbaar toch nodig. Hetzelfde mechanisme zien we nu op droogte en hitte ontstaan.

”Piet: “Dan helpt het ook als die extreme omstandigheden niet alleen dramatisch zijn, maar dat je ziet dat je er ook iets tegen kunt doen. Zoals met de overstromingen in Limburg, België en Duitsland. Op vrijwel hetzelfde moment hield de orkaan Ida huis in New Orleans. Met terugwerkende kracht heeft 15 jaar investeren in de Maaswerken z’n waarde bewezen. En die vermaledijde hoogwaterbescherming in New Orleans – waar een hoop over is gemopperd – hield het wel. Die heeft de stad beschermd tegen een orkaan die bijna even zwaar was als Katrina.

Dat laat zien: het loont om te investeren in een duurzame, weerbare toekomst, om iets te dóén in plaats van te denken: het kan straks misschien beter, of ik wacht nog even want het is nou nog niet rendabel. Dus inspireer elkaar. Ga het doen!”