Geoscan en de archeologie van de dijk

Eigenlijk weten we nog weinig van de binnenkant van onze oude dijken. Voor het gemak rekenen dijkenbouwers vaak met een homogene samenstelling, maar eigenlijk weten we best dat dat niet klopt. In de loop van eeuwen zijn die dijken steeds weer verbreed, verhoogd, en zijn er doorbraken opgevuld, vaak door boeren of monniken. En dat, tot voor een paar decennia geleden, altijd met gebiedseigen grond. Dus hoe zit het nou met de samenstelling van die dijken?

Binnen All-Risk, het onderzoeksprogramma van het HWBP, werd deze vraag uitgezet. Teun van Woerkom, promovendus bij de Universiteit Utrecht, ging ermee aan de slag. Martin van der Meer, van de POV DGG en Fugro, steunt Teun in zijn onderzoek. Ook pleit Martin voor de Geoscan om nog meer informatie op te halen.

Vergroot afbeelding
Teun van Woerkom

Historische dijkenbouw

Teun: “Mijn promotieonderzoek gaat over de onzekerheid van grondwaterstromen door dijken, en onderdeel daarvan was het begrijpen van de historische dijkopbouw. Via via kwam ik de database van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed op het spoor, en daarin bleek best wat informatie verborgen te liggen over archeologisch onderzoek aan dijken. Als er soms dijken weg mochten, bijvoorbeeld bij een dijkverlegging, dan konden archeologen heel precies kijken hoe de dijk was opgebouwd.”

Uit zijn inventarisatie bleek dat er op 3000 kilometer primaire waterkeringen eigenlijk maar zo’n 20 plekken op een bruikbare manier gedocumenteerd zijn. Teun: “Op basis van die 20 locaties en allerlei informatie over de omliggende bodem, maak ik nu modellen van hoe een bepaald stuk dijk er uit zou kunnen zien.” Van elke dijk maakt Teun 100 modellen. “De spreiding daarbinnen geeft iets aan over de scenario’s die onwaarschijnlijk zijn. Ik maak simulaties  van de dijkopbouw, en kijk zo of je dijktypen kunt onderscheiden.”

Vergroot afbeelding
Dijkmodellen van Teun van Woerkom

Martin: “Die informatie is heel belangrijk, zeker nu we steeds meer te maken krijgen met langdurige periodes van droogte. Een droge dijk is niet alleen zelf kwetsbaarder, maar ook gevoeliger voor graafactiviteiten van dieren.”

Vergroot afbeelding
Martin van der Meer

Vaker een Geoscan

Martin pleit ervoor dat we veel meer informatie ophalen over de samenstelling van dijken. Dat zou kunnen via de Geoscan. “Dat is een methode waarmee je in een paar dagen een dijk grondig inventariseert, en dat vastlegt met 3d-foto’s en grondmonsters die vervolgens in het lab getest worden. Doordat dit heel snel kan, kun je dit inpassen in een project, als er bijvoorbeeld bij een dijkversterking een dijk toch opengegraven moet worden voor een sluis, kabels of een aansluiting. Doordat het zo snel kan, heeft het project er zo weinig mogelijk last van. Maar het levert ons wel een schat aan informatie op over dijksystemen.” Komend najaar wordt er een Geoscan uitgevoerd in de Hedwigepolder. Daar wordt een bresgroeiproef gedaan waarmee je kunt zien welk effect de opbouw van de dijk heeft bij bijvoorbeeld een springtij.

Het mooie vindt Martin dat je via All-Risk en de Geoscan verschillende kennisvelden met elkaar kunt koppelen. “Dijkenbouwers, archeologen, hydrologen en bodemkundigen kunnen er allemaal hun voordeel mee doen. Misschien kun je als archeoloog met 10% extra moeite 50% meer waardevolle informatie genereren, waar dijkenbouwers wat mee kunnen. En dan wordt het ook voor de archeologen interessant, omdat dat een extra financieringsbron kan zijn voor hun onderzoek.”

Een voorbeeld van een dergelijke samenwerking is de Alliantie Markermeerdijken van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Boskalis en VolkerWessels ondernemingen, waarin ook archeologen zijn betrokken. Martin: “In een van de secties hebben zij alle tijd om de samenstelling van de dijk rustig uit te zoeken, omdat er een nieuwe dijk voor komt. We overleggen nu hoe we dat het beste kunnen aanpakken, dat gaat in 2022 of 2023 gebeuren.”

Meer lezen