Geohydrologische aanpak piping Meanderende Maas

Waterschap Aa en Maas versterkt de dijk van Ravenstein tot Lith, gecombineerd met rivierverruimende maatregelen en een gebieds- en natuurontwikkeling in de uiterwaarden. Parallel aan de verkenningsfase is een veelbelovend innovatief onderzoek naar piping gestart.

Bij dit onderzoek gaat het om een nieuwe rekenmethode, waarbij een regionaal grondwaterstromingsmodel wordt gekoppeld aan reguliere sterktemodellen voor opbarsten, piping en heave. De verwachting is dat deze aanpak, met name in gebieden met veel voorland, een reƫlere pipingopgave oplevert en daarmee tot besparing in ruimte en kosten kan leiden. De aanpak is ook geschikt voor situaties waarbij nog weinig (stijghoogte) data beschikbaar zijn.

Waarom hebben we dit project?

De centrale onderzoeksvraag is hoe je de pipingopgave voor een volledig dijktraject (van 27 kilometer) nauwkeuriger kunt vaststellen door geohydrologische informatie en modellen te gebruiken voor het inschatten van stijghoogtes onder maatgevende omstandigheden.

Het vernieuwende is de aanpak om de model- en parameteronzekerheden te kwantificeren rondom de met een regionaal grondwaterstromingsmodel berekende stijghoogtes. Hierdoor kan de karakteristieke 95%-waarde voor de stijlhoogte afgeleiden worden voor gebruik in de al bestaande (semi-) probabilistische aanpak voor sterkte. Zo kan voor een volledig dijkversterkingstraject vlak dekkende stijghoogtes worden berekend met een onzekerheidsband er omheen. Deze methode is heel geschikt voor situaties waarbij nog weinig (stijghoogte) data beschikbaar zijn.

Wat is de impact van dit project?

De eerste onderzoeksresultaten laten zien dat op veel plekken aanzienlijk minder omvangrijke piping-maatregelen nodig zijn. Met name in gebieden met veel voorland zien we goede resultaten.

Wat is het beoogde eindresultaat?

Naast de mogelijkheid om onderbouwd scherper te kunnen ontwerpen, levert de aanpak ook:

  • Vlak dekkend inzicht in de (grondgebonden) veiligheidsopgave;
  • Snel inzicht in het effect van ingrepen in uiterwaarden op dijksterkte;
  • Een goede basis voor de meetstrategie (om onzekerheden te verkleinen);
  • Een nuttig instrument bij vergunningverlening voor activiteiten in de uiterwaarden, voor zorgplicht en voor beoordeling van de dijk elke 12 jaar.

Tot en met september 2020 wordt de methode nog aangescherpt. Pas dan kunnen er conclusies worden getrokken over de inzichten en de concrete besparingen die de aanpak oplevert voor rivierdijkversterkingen in het algemeen, en voor de dijkversterking Meanderende Maas in het bijzonder. De eindrapportage vindt plaats in november 2020.

Wie is er vanuit de alliantie betrokken?

In dit innovatieproject werken experts van Tauw, Witteveen + Bos, Advies in Water, Jongejan Risk Management Consulting, Deltares, Rijkwaterstaat en de waterschappen samen. Voor meer informatie over dit project kun je terecht bij Fer Kalis van Waterschap Aa en Maas (fkalis@aaenmaas.nl) en Martine Brinkhuis van Tauw (martine.brinkhuis@tauw.com).