Stikstof

Doelmatige aanpak stikstof: ook beter voor natuur

Stikstof is één van de grootste risico’s op vertraging of uitstel van een dijkversterkingsproject. Ook kost de noodzakelijke inzet van emissieloos materieel om de uitstoot van stikstof te beperken veel geld. Het is daarom van belang dat dijkversterkingsprojecten al bij de start beginnen met het opstellen van een stikstofaanpak en alles op alles zetten om de kosten te beperken en vertraging te voorkomen. Én daarbij ook steun geven aan het provinciaal natuurbeleid. 

'Stikstof wordt nu gezien als een risico maar het kan op deze manier worden omgezet in een kans.' - Jan Baltissen, adviseur Duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit HWBP

Geen nadelige gevolgen Natura 2000

Om de realisatie van een dijkversterkingsproject te kunnen starten, moet veelal een natuurvergunning worden aangevraagd bij het bevoegd gezag, vaak de provincie. Voorwaarde voor die vergunning is dat je moet aantonen dat de uitstoot van stikstof geen significante schade kan toebrengen aan Natura 2000-gebieden die binnen een straal van 25 kilometer liggen van het project. Het gaat hierbij niet om de hoeveelheid stikstof die tijdelijk wordt uitgestoten door het project (circa 2000 tot 2500 kg stikstof (1) per km), maar om stikstof, die verspreid in de omgeving, terechtkomt op stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. 

Vergroot afbeelding
Beeld: ©HWBP
HWBP-projecten binnen 25 kilometer van een Natura2000 gebied

Dijkversterkingsprojecten en Natura 2000-gebieden

Dit geldt uiteraard ook voor de HWBP dijkversterkingsprojecten. Bijna alle dijkversterkingsgebieden van het HWBP liggen in landelijk gebied en hebben, binnen een straal van 25 kilometer, invloed op een Natura 2000-gebied. Dit betekent dat elk HWBP dijkversterkingsproject stikstofrisico heeft en tijdig een stikstofaanpak moet uitwerken. 
 

Depositie bepalen

Het is dus essentieel dat al in de eerste fase van de verkenning het stikstofrisico concreet bepaald wordt.  Hiervoor heeft het HWBP een gebruiksvriendelijke rekentool ontwikkeld: de rekenmachine kentallen duurzaam HWBP. Met hele globale gegevens over het ontwerp van de dijk berekent de tool, op basis van de kentallen van al gerealiseerde projecten, het te verwachten dieselverbruik. Dit kan vervolgens worden ingevoerd in de Aerius Calculator, die de depositie berekent op Natura2000. In de handleiding bij de rekenmachine is opgenomen hoe de gegevens eenvoudig moeten worden ingevoerd in de Aerius Calculator. Hier is geen specifieke deskundigheid voor nodig. 

Van depositie naar mogelijke ecologische schade

Tot voor kort gingen veel bevoegde gezagen er van uit dat iedere depositie van stikstof, hoe klein en tijdelijk dan ook, tot mogelijke schade aan de natuur kan leiden. Veel provincies stelden daarom als eis dat de depositie van projecten nul moest zijn. (2) Maar in 2023 heeft de Raad van State  in de zgn. ‘Porthos-uitspraak’  bevestigd dat je niet in het algemeen kan stellen dat een depositie altijd schade geeft. Een initiatiefnemer heeft de mogelijkheid om voor zijn/haar project te (laten) onderzoeken of de veroorzaakte depositie kan leiden tot schade in een Natura2000-gebied.
De mogelijkheid om aan te tonen dat de tijdelijke depositie geen ecologische schade kan veroorzaken is een belangrijke opgave voor dijkversterkingsprojecten. Om mogelijke gevolgen voor Natura 2000 te bepalen moet het project een ecoloog aan het werk zetten. Dit vereist namelijk specialistische kennis. Deze ecoloog beoordeelt feitelijk het stikstofrisico en kan bepalen of de berekende depositiebijdrage kan leiden tot ecologische schade. Er is geen drempelwaarde waaronder effecten kunnen worden uitgesloten. Een ecologische beoordeling moet altijd een project- en gebiedsspecifiek onderbouwd worden.

Van ecologische schade naar opgave

Nadat een ecoloog het stikstofrisico bepaald heeft en aangegeven heeft tot hoever de depositie moet worden teruggebracht, heeft het project een aantal mogelijkheden. Een voor hand liggende mogelijkheid is het inzetten van emissieloos materieel. Aannemers kunnen grote hoeveelheden hiervan inzetten, maar de investeringen in materieel en accu’s zijn fors en de kosten van transport en laden van accu’s zijn hoog. Dit betekent een flinke toename van de kosten; denk aan tientallen miljoenen voor grote projecten. Het is van belang om deze kosten voor de stikstofaanpak te beperken. En dat is vaak goed mogelijk.

Kosten beperken door stikstofruimte te kopen

Een mogelijkheid die veel goedkoper is dan de extra inzet van emissieloos materieel, is het inzetten van ‘extern salderen’. Een initiatiefnemer sluit dan - op vrijwillige basis - een overeenkomst met een ondernemer, waarin wordt geregeld dat de activiteit van die ondernemer (geheel of gedeeltelijk) (tijdelijk) stopt. Dit betreft bijvoorbeeld een boer die (tijdelijk) koeien weg doet en/of een bedrijf dat (tijdelijk) op een lager pitje gaat draaien. De depositieafname die hierdoor gerealiseerd wordt kan worden gebruikt om (een deel van) de tijdelijke toename door het project te “compenseren”. Wel moet onderbouwd worden dat de voor het project gerealiseerde depositiedaling niet al nodig is om de natuurdoelen van de betreffende Natura2000-gebieden te bereiken. Dit wordt het ‘additionaliteitsvereiste’ genoemd.

Een mogelijkheid die veel goedkoper is dan de inzet van emissieloos materieel, is het inzetten van extern salderen: met andere woorden ‘stikstofruimte kopen’. Dit houdt in dat elders de stikstof uitstoot wordt beperkt, zoals een boer die koeien weg doet en/of een bedrijf dat op een lager pitje gaat draaien. Deze afname kan worden gebruikt om (een deel van) de tijdelijke toename door het project te compenseren. De wet biedt deze mogelijkheid, maar provincies staan niet altijd te springen. Hun belangrijkste argument: per saldo neemt de belasting voor de natuur niet af, immers de vermindering valt weg tegen de verhoging. 

Van tijdelijk naar structureel

HWBP-projecten hebben het voordeel dat zij slechts leiden tot een tijdelijke depositiebijdrage. Bij projecten met tijdelijke depositiebijdragen kan de voor het project benutte saldering daardoor na de bouwfase volledig ten goede komen aan de natuur. De kern van deze afspraak is, dat als een project gebruik maakt van extern salderen, de stikstofruimte van een boer en/bedrijf structureel wordt weggenomen ter compensatie van de tijdelijke uitstoot van het project. Dus als het project klaar is, valt de uitstoot van het project weg en is ook de eerder verdwenen stikstofuitstoot van de boer of bedrijf er niet meer. De natuur is hier dan structureel bij gebaat. Dit zet het extern salderen in een heel ander licht. In deze situatie is de provincie er juist bij gebaat om stikstofruimte te kopen van uitstoters waarvan zij in het kader van het natuurbeleid de uitstoot wil reduceren. Het moet dus niet additioneel zijn, maar juist onderdeel van stikstofaanpak van rijk en provincies. Dijkversterkingen kunnen hiermee het natuurbeleid ondersteunen.

Doelmatige aanpak

Het lijkt misschien vreemd om met een HWBP dijkversterkingsproject uitvoering te geven aan het natuurbeleid van provincies. Maar extern salderen is alsnog vijf tot tien keer goedkoper dan het inzetten van emissieloos materieel. En het is ook doelmatiger als stikstofruimte niet tijdelijk maar structureel wordt weggenomen. De som is dan snel gemaakt: een vergunbaar project, minder kosten, de natuur wordt er beter op van en de provincie kan haar geld besteden aan andere bron- en natuurmaatregelen. 

Stikstof aanvulling toetsingskader emissieloos bouwen 

Een doelmatige aanpak komt tot stand door eerst de meest doelmatige maatregelen optimaal te benutten, stikstofruimte te kopen en daarna de duurdere opties te benutten, zoals, inzet van emissieloos materieel. Om deze doelmatige aanpak te bevorderen heeft het HWBP het toetsingskader emissieloos bouwen aangevuld met eisen ten aanzien van de stikstof aanpak. Het gaat hierbij om het uitwerken van het handelingsperspectief en het beperken van de kosten tot maximaal 5% van de totale projectkosten (de som van de verkenning, planuitwerking en realisatie). Bekijk hier het toetsingskader

Bijdragen aan waterveiligheid en natuur

Dijkversterkingsprojecten kunnen dus met hun stikstofaanpak ervoor zorgen dat de dijk op tijd waterveilig is, hoge kosten worden voorkomen én steun geven aan het natuurbeleid van provincies. Stikstof wordt nu gezien als een risico maar het kan op deze manier worden omgezet in een kans.

Voetnoten

(1) Er zijn nog weinig gegevens van de uitstoot van stikstof in kg. Deze worden (nog) niet gerapporteerd door HWBP projecten. 

(2) In de praktijk werd daarvoor de huidige ondergrens in Aerius Calculator van 0,005 mol/ha/j aangehouden Het kabinet heeft onlangs aangekondigd een rekenkundige ondergrens van  tot 1 mol/ha/j in te voeren. Veel dijkversterkingsprojecten kennen een depositiebijdrage onder de 1 mol/ha/j en zouden  dan geen natuurvergunning meer hoeven aan te vragen voor het aspect stikstofdepositie. Hier is wel een groot risico aan verbonden: pas als de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State de rekenkundige ondergrens aanvaardbaar heeft geacht, hebben projecten zekerheid dat in de toekomst niet alsnog een natuurvergunning nodig is.