Het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) verleent subsidie voor sobere en doelmatige versterking van primaire waterkeringen. De programmadirectie HWBP besluit namens het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat over de subsidieaanvraag (verlening) en vaststelling. De subsidieontvanger (het waterschap) kan in bezwaar gaan tegen het besluit bij de bezwaarcommissie.
Doel bezwaarschriftprocedure
De bezwaarprocedure is bedoeld om het primaire besluit te heroverwegen. Als de heroverweging leidt tot bijstelling van het besluit tot tevredenheid van het waterschap, dan volgt geen bestuursrechtelijke procedure meer.
Het doel van de bezwaarprocedure is dat deze resulteert in een gedegen beslissing op bezwaar waarin goed gemotiveerd op de bezwaargronden wordt ingegaan. De hieronder beschreven procedure met inschakeling van een externe adviescommissie is er op gericht om invulling te geven aan de formele juridische bezwaarprocedure, terwijl tegelijkertijd rekening wordt gehouden met het samenwerkingskarakter van de alliantie HWBP.
De samenstelling van de commissie is als volgt:
Naam
Functie
Gerard Roes
Voorzitter
Martin Schepers
Lid (expertisegebied dijktechniek en projecten)
Niko Poolen
Lid (expertisegebied contractering)
Richard Rijkers
Plaatsvervangend lid (expertisegebied dijktechniek en projecten)
Marieke Frishert
Secretaris
Voorkomen van bezwaar
De bedoeling is dat de werkwijze van begeleiden en toetsen van projecten in de alliantie HWBP zo transparant en verrassingsvrij mogelijk is en zodoende bijdraagt aan het voorkomen van bezwaarprocedures. Projectteams vanuit de waterschappen en begeleidingsteams vanuit de programmadirectie HWBP proberen om issues en dilemma’s vóór indiening van de subsidieaanvraag op te lossen of op te helderen. Dit geldt ook als tijdens de toets issues naar boven komen.
In beide gevallen stemt het begeleidingsteam het issue af met het projectteam. Daarbij is het altijd mogelijk dat, indien partijen het in eerste instantie niet eens worden, het gesprek hierover op te schalen naar directieniveau. Deze werkwijze, die past binnen de alliantieprincipes, zou een bezwaarprocedure zoveel mogelijk moeten voorkomen. Een bezwaarprocedure zou zo alleen bij hoge uitzondering plaatsvinden.
Verloop bezwaarschriftprocedure
Als het waterschap het niet eens is met het afgegeven besluit, dan kan hij daartegen bezwaar aantekenen. In de correspondentie van het afgegeven besluit staat:
op welke manier dit gedaan kan worden
binnen welke termijn dit moet gebeuren
aan welke eisen het moet voldoen en waar het ingediend moet worden.
Als het waterschap bezwaar aantekent tegen een beschikking, dan worden op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de volgende procedurestappen gezet:
Wanneer een subsidieontvanger formeel bezwaar aantekent en daarvan een ontvangstbevestiging heeft ontvangen, start de bezwaarprocedure. De programmadirectie van het HWBP laat zich door een onafhankelijke externe bezwaarcommissie adviseren. Dit is een commissie zoals bedoeld in artikel 7:13 van de Awb.
Er wordt in eerste instantie getoetst of het bezwaarschrift voldoet aan formele vereisten zoals de eis dat het bezwaarschrift de gronden van het bezwaar moet bevatten. Als het bezwaarschrift niet voldoet aan de (formele) ontvankelijkheidsvereisten dan wordt de bezwaarmaker in de gelegenheid gesteld om binnen een redelijke termijn het verzuim te herstellen.
Het bestuursorgaan is in beginsel verplicht om de bezwaarmaker te horen, tenzij de bezwaarmaker uitdrukkelijk heeft aangegeven daaraan geen behoefte te hebben. Ook als aan het bezwaar volledig tegemoet wordt gekomen of het bezwaar kennelijk ongegrond of niet-ontvankelijk is, hoeft niet te worden gehoord.
Bij het horen van de partijen, wordt de zitting geleid door de voorzitter van de bezwaarcommissie. De bezwaarcommissie bestaat uit een voorzitter, twee inhoudelijk experts en een secretaris. Over de mogelijke inzet van extra expertise voor de commissie wordt, voorafgaande aan een bezwaarprocedure, in samenspraak met de bezwaarmaker en de programmadirectie HWBP besloten. De commissie is belast met de advisering over de bezwaarschriften tegen subsidiebeschikkingen van het HWBP.
De beslissing op het bezwaarschrift wordt binnen 12 weken na afloop van de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift genomen. Deze termijn kan met zes weken worden verdaagd. Van de verdaging dient ingevolge artikel 7:10, derde lid, van de Awb voor het einde van de beslistermijn schriftelijk aan de bezwaarmaker mededeling te worden gedaan. Verder uitstel van de termijn is mogelijk als de bezwaarmaker daarmee instemt.
De informatie die de hoorzitting oplevert, wordt gebruikt voor een heroverweging van het besluit. De commissie die het bezwaar behandelt, geeft advies aan de mandaathouder. Afhankelijk van het subsidiebedrag kunnen mandaathouders de DG RWS, HID PPO of de programmadirecteuren HWBP zijn, volgens de mandaatregeling van Rijkswaterstaat.
De ondertekening van de beslissing op bezwaar vindt plaats door de mandaathouder die zich op gelijk niveau of hoger bevindt dan de ondertekenaar van het initiële besluit. Dit is de gebruikelijke juridische procedure.
De mandaathouder neemt het besluit met inachtneming van het advies. Van het advies kan enkel goed gemotiveerd worden afgeweken.
Nadat een beslissing op bezwaar is verstuurd heeft de bezwaarmaker 6 weken de tijd om bij de rechtbank beroep aan te tekenen, als hij het niet eens is met de inhoud. Na de uitspraak van de rechtbank kan daartegen desgewenst hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
